Jaarrede 2022

JAARREDE DD. 30 SEPTEMBER 2022

Collega`s,

Een bijzonder moment dan vandaag, in elk geval voor mij.

Want dit is de laatste keer dat ik in jullie midden kan zijn.

En om de Jaarrede van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren uit te kunnen spreken.

Sinds ik in 2014 in Leiden als voorzitter van het Genootschap jullie vertrouwen kreeg, heb ik het steeds als een grote eer ervaren om enkele gedachten over ontwikkelingen in de journalistiek met jullie te kunnen delen.

Ik ga dat zeker missen.

Ik heb het de afgelopen jaren graag en met overtuiging gedaan, omdat (als ik naar de wereld kijk, waarin wij leven en over berichten) het van extra groot belang is om met enige regelmaat zeer bewust en in gezamenlijkheid stil te staan bij hoe het met de journalistiek gaat.

En om voor de journalistiek op te komen.

Maar zeker voor mij persoonlijk ook, omdat ik dit moment zelf meer en meer als een mooie traditie, als een belangwekkend ritueel bijna ben gaan voelen.

Dat roept dan toch ook een gevoel van weemoed op.

En misschien zijn er in mij, ondanks mijn katholieke opvoeding en achtergrond, toch wat meer karakteristieken terug te vinden van een typische, degelijke Hollandse dominee dan ik zelf wil toegeven.

Misschien vind ik het daarom ook wel moeilijk dit los te laten…

Goed collega`s,

Als voorbereiding op vandaag heb ik mijn betogen van de afgelopen jaren nog eens doorgekeken en daar zit een zekere lijn in.

Zo vatte ik in 2016 al samen:

  • De journalistiek is een fundament van onze democratie
  • Zonder een brede onafhankelijke journalistiek, waar veel vertrouwen in bestaat en die in grote diversiteit floreert en zichtbaar is, is er geen democratie.

Ook riep ik jullie toen op: verdiep je als hoofdredacteur met je redactie ook meer in je eigen vooroordelen en beperkingen.

En een enkel jaar later:

Ik wens Nederland:

  • Een minder op de persoon en meer op inhoud gericht ­publiek debat
  • Een minder op de persoon en meer op inhoud gerichte journalistiek
  • Minder op incidenten, meer op grote bewegingen
  • Minder op gemakzuchtige platte beweringen, meer op consciëntieus gecheckte feiten en ontwikkelingen

Het zijn lijnen, die ik nu niet anders zou formuleren en de komende jaren waarschijnlijk ook niet, denk ik zo, als ik naar de wereld om me heen kijk.

Terugkijkend op het afgelopen jaar wordt 2022 natuurlijk gedomineerd door de oorlog in Oekraïne.

Ik ben onder de indruk van hoe de totale Nederlandse journalistiek de oorlog verslaat.

  • In het land zelf, dag na dag, verhalen vooral van alle strijd en absurde verwoesting, pijn, angst, eenzaamheid en onmacht
  • Verhalen van leven en dood, de drang te overleven en je niet te laten onderwerpen
  • Over het onmetelijke verdriet in Oekraïne zelf en over wat het met ons leven hier doet

Maar evenzeer doorwrochte beschouwingen over cultuurverschillen, en de uiteenlopende geschiedkundige achtergronden en economische en politieke belangen, die ten grondslag liggen aan wat er nu in Europa gebeurt.

Met als uitvloeisel daarvan het voor ons publiek beschrijven van en inzicht bieden in de politieke en maatschappelijke gevolgen.

Nu, vandaag en op langere termijn.

Dag na dag doen we dat, met z`n allen.

Voor ons is het gewoon om ons met veel gedrevenheid en in vrijheid daarvoor in te kunnen spannen, maar dat is het verre van overal.

Alle verschillende perspectieven die we als totale journalistiek over de oorlog schetsen, illustreren nog eens hoe belangrijk het is, dat er hier een grote brede, vrije en kwaliteitsvolle journalistiek bestaat.

Onafhankelijk en niet onderworpen of dienstbaar, impliciet of expliciet, aan welke politieke stroming of gedachtegoed dan ook.

Wat de digitale revolutie ondertussen met de journalistiek doet, is hier elk jaar aan de orde en de grote bewegingen zijn nu natuurlijk niet plotseling heel anders.

Ik zet de trends op een rij:

  • Lineaire TV staat onder druk. Corona en de oorlog in Oekraïne zijn goed voor de kijkcijfers maar de beweging naar online, streaming en on demand, stopt zeker niet
  • De consolidatie in de journalistiek, in de media, die al jaren gaande is en alom voorspeld, zet zich door
  • RTL en Talpa worden samengevoegd is de bedoeling. Ze willen aan hun integratie werken en hopen op korte termijn toestemming te krijgen
  • Bij de kranten zijn de trends onmiskenbaar en bekend:
  • De inkomsten uit digitaal nemen toe en het aantal digitale abonnementen stijgt
  • Maar moneymaker print neemt af

DPG en Mediahuis stonden er de afgelopen jaren financieel meer dan uitstekend voor.

Maar de vraag is wel wat stijgende kosten, stijgende lonen en de verdere afname van print op wat langere termijn voor de uitgevers en de redacties zullen betekenen.

De papierprijs bijvoorbeeld is de afgelopen tijd tientallen procenten gestegen. 

En nu de energie erbij natuurlijk.

Onderschat ook niet de hedendaagse arbeidsmarkt trouwens: uitgevers halen zaktijden van kranten verder naar voren en zoeken steeds wanhopiger naar bezorgers.

Hoofdredacteuren vragen in hun krant begrip voor late of helemaal geen krant in de brievenbus.

Hoe lang gaat dat goed, kan je je afvragen.

Bij de tijdschriften speelt natuurlijk dat

  • … de printoplage daalt over het algemeen
  • Veel magazines hebben nog steeds moeite met de omslag naar online en het creëren van bestendige verdienmodellen voor online

Interessant daarbij:

  • Het digitaliseren van tijdschriften is belangrijker voor de branche dan ooit tevoren
  • Maar ook het papieren magazine blijft op lange termijn relevant voor de lezer
  • En media-merken worden steeds vaker als aanjager gebruikt om afgeleide activiteiten te ontwikkelen

Bladendokter Carolien Vader schreef recent over een onderzoek in Amerika en Engeland waaruit nog eens bleek, dat print en online nog steeds (ondanks alles wat daarover is voorspeld) naast elkaar kunnen bestaan en elkaar in elk geval voorlopig zullen blijven aanvullen:

  • Want meer dan de helft van de krantenlezers heeft een voorkeur voor online nieuws, zegt dat onderzoek
  • Voor magazines is dat juist andersom: meer dan de helft van magazinelezers heeft een voorkeur voor papier
  • De voorkeur voor de papieren krant ligt dan vooral bij mensen boven de 55 jaar
  • Maar niet alleen oudere lezers hebben een voorkeur voor papieren magazines. In alle leeftijdsgroepen is bij de magazines de voorkeur voor print hoger dan de voorkeur voor online content.

Kijkend naar het afgelopen jaar wil ik toch wat langer stilstaan bij hoe het met de publieke omroep in Nederland gaat en wat daar speelt.

Daar is alle aanleiding voor, zeker ook vanuit een journalistiek perspectief.

Met de NOS, met NOS Nieuws, gaat het goed dames en heren.

Dat hadden jullie vast al gedacht 😊, uiteraard!

Als je op een rijtje zet, wat er allemaal speelt bij de publieke omroep dan vraag je je toch wel af hoe het zover heeft kunnen komen.

Zo is er natuurlijk Ongehoord Nederland.

Laat ik het netjes houden en samenvatten wat NPO Ombudsman Margo Smit concludeerde:

  • In publicaties van Ongehoord Nederland is de Journalistieke Code van de NPO op diverse punten geschonden
  • Het betreft het passief en actief bijdragen aan verspreiding van aantoonbaar onjuiste informatie
  • Onjuiste informatie wordt niet gecorrigeerd
  • En meningen niet voldoende gescheiden van feiten
  • Meningen kunnen in journalistieke producties zeker worden geuit, maar journalisten moeten dan dóórvragen naar de onderbouwing van de opvattingen
  • Het maken van een opiniërend programma is geen vrijbrief voor het uit het oog verliezen van journalistieke normen en afspraken

Aldus de NPO Ombudsman aan het begin van de zomer.

Die overigens ook constateert en zeker niet onbelangrijk: dat programma’s van andere omroepen zich deze kritiek ook zouden moeten aantrekken.

Ik las het als een sterke en dappere analyse van de NPO Ombudsman.

En toen moest die schokkende uitzending vol racisme van ON nog komen.

Het verbijsterende is natuurlijk dat we een publieke omroep hebben, waarin zoiets kan ontstaan.

En een minister hadden, die geen streep durfde te trekken, omdat er een mediawet ligt die zulke uitwassen blijkbaar onvermijdelijk maakt.

En nu zitten we er dan mee.

 Ik zou zeggen dat als je je als pure propagandist van politieke partijen en politieke idealen wilt opstellen, ga dan voor die partijen werken.

En doe niet net alsof je journalist bent.

Ik hoorde de voorzitter, directeur, hoofdredacteur, analist, commentator, columnist en propagandist van Ongehoord zeggen, als verdediging van het weglaten van kritische tegenspraak en valide journalistiek handelen:

  • Wij laten mensen in onze uitzendingen uitpraten

Tja…

Jammer dat dat niet altijd geldt voor NPO-vergaderingen waar de voorzitter, directeur, hoofdredacteur, analist, commentator, columnist en propagandist zelf aan deelneemt, dacht ik toen.

Jammer en laf dat je je handen zo in onschuld wast, ondertussen actief racisme verspreidend met je uitzendingen.

Persvrijheid en journalistieke onafhankelijkheid moeten ten alle tijden worden beschermd maar dit heeft niks met journalistiek te maken:

  • Dit gaat over alle grenzen van fatsoen en menselijke waarden zoals we die in onze democratie kennen en willen beschermen
  • Dit is niet meer dan platte zendtijd voor extremisme
  • Onweersproken politieke propaganda
  • Uitzending na uitzending
  • Onderwerp na onderwerp

Noodzakelijk en verstandig dus dat NPO-voorzitter Frederieke Leeflang grenzen aan het trekken is en aan verandering werkt.

Maar er speelt nog meer bij de publieke omroep:

Zo was er dit voorjaar een analyse van het Commissariaat voor de Media over hoe het er met de landelijke publieke omroep voorstaat.

Gemaakt nog in opdracht van Arie Slob.

Ik heb het allemaal maar eens goed gelezen en geef jullie een korte samenvatting.

En houd je vast zou ik bijna zeggen, ik weet niet of Slob zich dit er bij had voorgesteld:

Het commissariaat somt op:

  • Het bestel heeft lange tijd goed gewerkt maar dreigt nu de aansluiting te missen bij maatschappelijke, technologische en marktontwikkelingen
  • Door nadruk op organisaties en niet op content
  • Door onheldere taakverdeling en onheldere verantwoordelijkheden
  • Door een hoge drempel voor contentmakers om bij te dragen

En zegt het Commissariaat dan verder:

Nodig is een hele wezenlijke verandering, anders keert de wal het schip:

  • Dan kent het bestel straks nog meer omroepen zonder maatschappelijke binding
  • Komt de kwaliteit van de content steeds verder onder druk te staan, ook de journalistieke
  • Is niemand echt meer aanspreekbaar op wat er allemaal gebeurt en wordt gemaakt
  • En haken jongeren definitief af

Kortom, geen gerommel in de marge meer met ledenaantallen en wat dies meer zij.

Maar maak een wezenlijk nieuwe publieke omroep is het pleidooi:

  • Met een eenduidig profiel en directe maatschappelijke binding
  • Met meer centrale sturing op zijn kerntaken
  • Open voor contentmakers

En het Commissariaat sluit dan af met:

  • De transitie vergt moed, inzet en veranderbereidheid van alle partijen !

En het Commissariaat voor de Media is dus de formele toezichthouder op de publieke omroep, namens ons allemaal.

Daarbij: het commissariaat heeft eerder 3 wat wordt omschreven als brede onderzoeken bij de publieke omroep aangekondigd:

  • Naar de betrouwbaarheid van journalistiek en opinie-vormend media-aanbod
  • Naar redactionele onafhankelijkheid
  • En naar financiële constructies in vergoedingen aan presentatoren

Nou, de incidenten en tendensen waar dit uit voortkomt, hoef ik hier niet te herhalen maar als je dit nu eens allemaal optelt dan schaam je je toch eigenlijk dood….

Er komt nu een commissie, die het kabinet gaat adviseren hoe de publieke omroep aangepast kan worden, heeft het ministerie van OCW recent aangekondigd, met natuurlijk weer een oud-politicus als voorzitter overigens.

Deze commissie moet adviseren over criteria voor het toelaten van nieuwe omroepen én het eventueel opheffen van omroepen.

In Hilversum is dat al een vorm van revolutie.

Ik hoop vooral dat het uiteindelijk in meer uitmondt dan wat extra regeltjes over toetreden of vertrekken en dat is het dan.

Het moge helder zijn dat er veel fundamenteler vragen liggen, die de publieke journalistiek en informatievoorziening in de kern raken.

Bovendien: dit alles speelt zich natuurlijk af in een context van polarisatie, waarin de journalistiek toch al onder druk staat en een instituut als de publieke omroep toch al doelwit is.

En over doelwitten gesproken; de journalistiek is natuurlijk in den brede de afgelopen jaren een doelwit geworden.

Misschien herinneren jullie je het nog, in 2019 vierden we ons 60-jarig bestaan.

Het was in de Haagse grandeur (aan het lommerijke Lange Voorhout), van hotel Des Indes met de minister-president die ons bemoedigend en waarderend toesprak.

Hij zei:

  • Een groot gevaar is dat het steeds salonfähiger wordt om de serieuze media de schuld te geven van van alles en nog wat
  • Ook in ons land
  • Dat is onterecht en we moeten ons daartegen teweer blijven stellen
  • En met ‘we’ bedoel ik u en ik

Dat was dus in 2019, het jaar waarin we als Genootschap met de NVJ en de politie en het OM Persveilig oprichtte.

Om ons te weer te stellen, voor onszelf op te komen, voor ons taak en positie in de samenleving.

Eigenlijk een dieptepunt in de naoorlogse geschiedenis van de journalistiek en onze democratie.

Het was nodig en zal ook de komende jaren nodig blijven, vrees ik.

Bedreigingen, intimidatie, werken onmogelijk maken, uitschelden, framen, klachten indienen als actie-methodiek, liegen en bedriegen…

Jullie kennen het rijtje in deze tijd van polarisatie, versplintering, oorlog in Europa, klimaatverandering en de strijd om grondstoffen.

Het lijkt van alle dag geworden, die agressie, die scherpe toon van het debat.

Van Kamerleden tot boeren, van corona demonstranten tot zeer strategisch opererende actiegroepen.

Sinds 2019 zijn er bij Persveilig honderden meldingen binnengekomen en dat is toch veelzeggend.

In 2021 waren het er 272 en nu, tot 1 september, al weer 126.

Wat ik daarbij als groot gevaar wil benoemen, is dat we er aan gewend raken. En er als het nieuwe normaal mee om zullen gaan.

Dat is het zeker niet.

Dat mag het niet worden en wat daarbij nodig is, is de persoonlijke inzet en betrokkenheid van ons, van jullie moet ik nu zeggen, als hoofdredacteuren.

Want hoofdredacteuren en hoofdredacties willen ook wel trainingen volgen over veiligheid.

En betrokkenheid tonen bij het gedachtegoed van Persveilig.

Maar heel hard gaat dat toch niet altijd allemaal, collega’s.

Een vermanend woord moet ik hier toch spreken.

Iets aan veiligheid doen, betekent niet dat je je medewerkers naar een training stuurt en dat je daarna klaar bent.

Te vaak komt bij trainingen naar voren:

  • Dat leidinggevenden geen idee hebben waar collega`s soms doorheen gaan
  • Dat er niet genoeg begrip is als ze uit dreigende situaties weg willen (“We moeten het verhaal wel hebben!”)
  • En dat er geen of nauwelijks, of onvoldoende beleid op dit punt is

Dat zouden we ons, jullie dus, je toch aan moeten trekken.

Collega`s,

Tot zover voor nu wat er in onze sector speelt.

Een laatste punt dan:

Mijn laatste jaarrede is toch ook wel een gepast moment om het te hebben over een goeie en succesvolle hoofdredacteur anno 2022 en de komende jaren:

  • Wat je moet kunnen
  • Waarover je moet beschikken
  • Wat er van je wordt gevraagd als je op langere termijn succesvol wilt zijn.

Daar hebben we het eigenlijk nooit over.

Of niet genoeg in elk geval.

Hoofdredacteuren zijn de stille kracht achter de beste redacties van Nederland, kwam ik tegen.

Dat herkennen we vast wel.

Een lijstje competenties dan waar je als hoofdredacteur over zou moeten beschikken.

Even opletten nu:

  1. Een brede algemene ontwikkeling (uiteraard !)
  2. Een gestructureerde manier van werken (zeker, dat doen we allemaal)
  3. Uitstekende communicatieve vaardigheden (hoeven we het niet over te hebben, twijfelt hier natuurlijk niemand aan)
  4. Bovengemiddeld taalgevoel (dah ken wel kloppuh)
  5. Zicht op de grote lijnen
  6. En aandacht voor de details (dat gaat bij ons allemaal natuurlijk moeiteloos samen)
  7. Goede digitale vaardigheden (no problem, een stukkie tikken met de spellingscorrector aan lukt ons allemaal wel)

Een ideale baan lijkt me dat eerlijk gezegd.

Daar ga ik eens over nadenken.

Wie er al eerder en echt over heeft nagedacht en het samenvatte en typeerde zoals alleen hij dat kan, is Joost Oranje.

Hij zei er wat over bij mijn afscheid van de NOS, een paar weken geleden.

En het ging natuurlijk eigenlijk ook over hemzelf na zijn periode als hoofdredacteur van Nieuwsuur.

Je bent boegbeeld van je organisatie, van je redactie of bedrijf.

Maar wel een passant, vatte Joost samen en hij citeerde Erasmus:

  • Reizigers zijn wij in deze wereld, geen bewoners

En hij typeerde verder en ik vat hem een beetje samen:

  • Vaak ver van de journalistiek wordt de hoofdredacteur permanent opgejaagd door zaken die nu moeten gebeuren
  • Ondertussen heeft de redactie geen idee waar je mee bezig bent
  • De kunst van het journalistiek management is daarbij de redactie te sturen en te dienen
  • Soms moet je het initiatief nemen en soms moet je dingen een beetje laten lopen
  • Je schrijft eens een stevig memo of juist een de-escalerend appj

En bovendien vergt dat hoofdredacteurschap ook nog allerlei gedaantes, somde Joost op:

  • Je bent bemiddelaar
  • Werkgever
  • Klankbord
  • Diplomaat
  • Psychiater soms
  • Boekhouder
  • Kop van jut
  • Lobbyist

En vooral ook: het vereist aanwezigheid op de juiste momenten.

Als het nodig is.

Genoeg om te overdenken, zou ik zo zeggen met veel dank aan Joost.

Genoeg om te overdenken, ook over de vraag of het voldoende is de komende jaren.

  • Kom je er en blijf je echt succesvol met je redactie en met wat je redactie elke dag maakt, als je al die gedaantes in je vingertoppen hebt?
  • Blijf je je publiek bereiken?
  • Of is daar meer voor nodig?
  • Wat betekent onafhankelijk zijn de komende jaren?
  • Is dat bij jou echt goed geregeld?
  • Hoe bestendig zijn de verdienmodellen van de uitgevers nu werkelijk?
  • Wat komt er op je af op dit punt en heb je daar genoeg kennis en kracht voor?
  • Hoe ga je om met A I en algoritmen?
  • Blijft de journalistiek zoals we die kennen zijn bereik en positie behouden als pluriforme steunpilaar en dienaar van de democratie?
  • Als dat onmisbare fundament?

Ik heb eerder gezegd: ik weiger om pessimistisch over de journalistiek in de komende jaren te zijn, maar ik vind het niet gemakkelijk om er optimistisch over te zijn:

  • Polarisatie
    • Geo politiek
    • Aan de grenzen van Europa
    • Op straat
    • En in het stemhokje
  • Versplintering
  • Big Tech

De journalistiek zal er hard aan moeten blijven werken, nog harder dan nu, om zijn positie in de samenleving op het huidige niveau te behouden.

Feitelijk, elke dag op redacties en achter de eigen laptop, maar zeker ook door actief het belang en de waarden van onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek uit te dragen en levend te houden.

Door daar actief én innovatief in te zijn, meer energie in te steken dan nu en kritischer op onszelf te zijn.

Meningen en gemakkelijke opinies hebben we genoeg.

Meer dan genoeg.

Er liggen extra uitdagingen voor hoofdredacteuren en voor dit Genootschap.

Onderschat dat niet, wil ik onderstrepen.

Opkomen en laten zien waar je voor staat en benoemen wat je overkomt, grenzen trekken, zie ik daarbij vaker en vaker:

  • Sigrid Kaag, straks discussiëren we met haar, spreekt zich steeds meer uit over hoe zij en haar gezin moeten leven
  • Over de sfeer waarin we met elkaar maatschappelijke discussies voeren

In een debat in de Kamer zei ze begin september met een verwijzing naar een partij, die er een gewoonte van maakt het vertrouwen in instituties te ondergraven door verdachtmakingen, leugens, beschuldigingen, frames en onder de gordel verzinsels rond te strooien:

  • ,,Iedereen heeft recht op zijn eigen mening, maar niet op zijn eigen feiten
  • Ik hecht eraan dit te zeggen aan het begin van dit politieke jaar, omdat mijn gezin en ik al een hele periode te pas en te onpas beveiliging nodig hebben
  • Ik trek hier een streep.”

En minister Yeşilgöz van Justitie zei eerder deze maand in de H.J. Schoo-lezing over bubbels en sociale media en hoe daar mee om te gaan:

  • Te lang is gedacht dat complottheorieën en ondermijnende uitlatingen vanzelf weggaan, als er geen aandacht aan wordt besteed
  • Niet waar, onderstreepte ze !

Ze hebben gelijk, denk ik steeds vaker.

En dat zorgt de komende tijd voor nieuwe en misschien ook wel andere journalistieke afwegingen.

Collega`s, ik sluit nu echt af:

Met ons Genootschap gaat het prima, om niet te zeggen uitstekend!

We hebben op dit moment 95 leden.

Collega’s vertrokken, maar er kwamen er ook 13 bij.

Heel stabiel allemaal.

Afscheid nemen van dat gezelschap, van dit bijzondere Genootschap, valt me daarbij niet licht.

Onze connectie, ontmoetingen en gezamenlijke drive om de journalistiek te dienen en nog kwaliteitsvoller te maken zijn, laat ik maar moeilijk los.

Ik ben jullie buitengewoon dankbaar voor het vertrouwen dat jullie me als voorzitter hebben gegeven.

Dat geldt des te meer voor de collega`s in het bestuur, nu en de afgelopen jaren.

Dat geldt vooral ook voor Marianne Engel, mijn steun en toeverlaat in al die jaren bij de NOS en de backbone van het Genootschap collega`s!

Ik wens jullie en daarmee alle leden van het Genootschap alle goeds en alle succes in alles wat jullie aanpakken.

Wetend ook dat er een nieuwe voorzitter is en een gedeeltelijk vernieuwd bestuur, die even gedreven en betrokken voor de journalistiek, voor redacties en voor collega’s zullen staan.

Dus Corine, kom naar voren, dan draag ik de officiële voorzittershamer van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren graag aan je over!

Ik blijf jullie zeker volgen.

Dank jullie wel !