Collega’s,
We zijn jarig!
En 60 is uiteraard een jubileum om stil bij te staan en trots op te zijn.
60 jaar, waarin het Genootschap zich ontwikkelde
- Van een clubje dagbladheren
- Die alle tijd hadden om vanaf grote hoogte de wereld te beschouwen
- Tot een veel diverser gezelschap
- Dat midden in wereld staat
Veel interessanter dus:
- Mannen en vrouwen
- Dagbladen, tijdschriften, online, audio en video
- Commercieel en publiek
En veel beter ook omdat wij, de journalistiek, ten dienste staan van onze democratie.
We zijn een basis van onze democratie en dan mag je van het Genootschap verwachten dat het een afspiegeling is van de journalistiek.
En van een moderne hoofdredacteur, dat hij of zij open staat voor de wereld om hem of haar heen en voortdurend zoekt naar journalistieke kwaliteit en innovatie.
60 jaar is natuurlijk een memorabel jubileum en dus gingen we op zoek naar een bijzondere locatie om bij elkaar te komen.
Dat moest in elk geval het centrum van Den Haag worden want we zijn vandaag te gast bij het ANP.
Ons nationale persbureau dat nogal wat discussie opriep toen het van eigenaar veranderde.
En vanavond spreekt de minister president ons toe en die wil graag een korte wandeling vanaf het Torentje. Ook niet onbelangrijk.
Pagina-eindeHaagse historie hebben we hier om ons heen.
Sjieke Haagse historie.
Als geboren en getogen Hagenaar moet ik daar echt even bij stiltaan:
- Hotel Des Indes was ooit een paleis, een stadspaleis.
- In 1858 gebouwd door Thierry Baron van Brienen
- De baron wilde een paleis om feesten te kunnen geven
- Je kon zelfs door de huidige entree met de koets naar binnen rijden
Dat dat verloren is gegaan, is eigenlijk wel heel erg jammer.
Des Indes werd in 1881 als hotel geopend door Prins Frederik, Prins der Nederlanden.
In de loop der jaren logeerden er talloze voorname gasten:
- Politici uit binnen– en buitenland
- Artiesten, keizers, koningen en presidenten
- Francois Mitterand en Tony Blair
- Winston Churchill en Keizer Haile Selassie
Voorwaar, een omgeving met statuur.
En dat mag best, al zijn we gelukkig geen oude, introverte, herenclub meer.
Ons Genootschap werd opgericht in 1959.
In de jaren 50 dus.
Het decennium dat we het niet gek, maar juist verstandig vonden dat Carl Paul Maria Romme KVP-fractievoorzitter en tegelijkertijd politiek hoofdredacteur van de Volkskrant was.
De tijd dat we niet aan bubbels deden maar wel aan verzuiling.
Zoek de verschillen…
In mijn jongste jaren woonden wij hier in Den Haag, drie hoog achter.
Het was best sappelen voor mijn ouders.
Meneer pastoor kwam zo nu en dan langs.
En als katholiek jongetje werd ik niet geacht met de buurjongetjes van socialistische huize te spelen.
En tussen onze lagere scholen stonden hoge hekken.
In die tijd dus werden de handen voor het eerst ineengeslagen.
Wie zich echt in de geschiedenis van het Genootschap wil verdiepen verwijs ik graag naar een humorvol artikel van Tony van der Meulen op onze site, geschreven toen we 50 jaar bestonden.
- Over het engagement van veel journalisten met het kabinet Den Uyl
- Over de vraag of redacties open moesten zijn over het eigen stemgedrag
- Over ruzies met de NVJ over samenwerking of niet
- En zeker ook over de belangwekkende vraag of het wel oorbaar was om Yasser Arafat uit te nodigen voor een discussie met de leden
Alleen als Arafat hier zou zijn op uitnodiging van derden, zouden we er nog een keer over denken, bedacht het toenmalige bestuur als compromis.
Belangwekkende momenten waren in elk geval 1999 toen radio en tv werden toegelaten in het heilige der heiligen en pas zeer recent toen ook hoofdredacteuren van tijdschriften zich steeds vaker meldden.
60 jaar waarin de traditionele hoofdredacteur evalueerde van:
- Politiek geëngageerd, vooral gericht op de dagelijkse inhoud en het commentaar
- Naar heel vaak ook ondernemend leiderschap
- Naar een manager die als het even kan geworteld is in de journalistiek
- Maar die misschien wel meer tijd dan ooit besteedt aan innovatie, strategie en ontwikkeling
Kijkend naar wat de laatste jaren van hoofdredacteuren wordt gevergd, vroeg ik me op een kort moment van somberheid af waarom iemand deze op het oog toch zeer bijzondere en eervolle functie nog wil uitoefenen:
- De dagelijkse druk en het dagelijkse tempo zijn hoog
- Je moet 24/7 aan staan
- En voor je het weet, komt er iets over je heen waarvan je dacht, dat het jou niet zou overkomen
Zo schrok ik best van Ian Buruma die onlangs in een interview in NRC vertelde over zijn gedwongen afscheid (na ruim een jaar al) als hoofdredacteur van de New York Review of Books, nadat er een artikel was gepubliceerd, waar de MeToo beweging (terecht of niet) veel kritiek op had.
Buruma vertelde dat een deel van zijn redactie vond dat er harder moest worden ingegrepen in artikelen of opinies, waarvan de redactie zei, dat ze indruisten tegen de taboes, die samenhangen met de MeToo beweging.
- ,,Ze vonden, kortom, dat ik te weinig censureerde“ was de conclusie van Buruma.
Hij benadrukte: ,,Over alles (dus ook over de Metoo beweging) moet je als redactie sceptisch kunnen blijven“.
En zo is het natuurlijk.
Maar hij kon wel vertrekken.
Collega`s,
2018 was een belangrijk jaar voor de journalistiek.
Er kwam – eindelijk – een wet op bronbescherming.
Een wet waar je van alles van kunt vinden, maar die de positie van de journalistiek per saldo versterkt.
Zonder de inzet van minister Grapperhaus zelf was die wet er trouwens niet gekomen, is mijn indruk.
Waar zijn voorgangers afhielden, zette hij door.
Grapperhaus zei dit najaar over bronbescherming:
- Het is de opdracht van de overheid, van deze minister, om de vrije pers te waarborgen.
- Een vrije pers borgt de rechtsstaat
- En: Ik zal altijd het journalistieke recht verdedigen om een scherpe pen te hanteren
Mooie woorden en hij meent ze vast ook.
Maar laten we vooral kritisch volgen wat die mooie woorden in de praktijk waard zijn:
- Als we weer eens een WOB–verzoek zwart gelakt zien terugkomen;
- Als een verslaggever als getuige door een rechtbank wordt opgeroepen, nadat hij eerder als bijvangst van een telefoontap door het OM voor het gemak maar even in een strafdossier is gestopt;
- Als het OM belgegevens van een journalist opvraagt om een lek te achterhalen
- Of als het OM met richtmicrofoons een journalist afluistert in een openbare ruimte
Wat gebeurde er nog meer het afgelopen jaar?
- Er zitten minder journalisten in de ww, maar de tarieven van freelancers…
- 40 % van de freelancers is nu financieel afhankelijk van een partner las ik in Villamedia
- De trend dat het qua bereik digitaal goed gaat maar in print minder zette zich op veel plaatsen door
- De ‘grote vier’ NOS, NU.nl, AD en Telegraaf domineren het dagelijkse online nieuwsgebruik
- AD en Telegraaf bereiken online meer mensen per dag dan met de krant
- Maar bij andere printmedia is het (nog?) andersom: traditioneel printbereik ligt daar hoger dan online bereik
- Zo bereikt geen enkele regionale krant meer lezers online dan met papier.
De cijfers heb ik trouwens (zoals altijd) van Piet Bakker.
- Bij de tijdschriften is er een nieuw vertrouwen dat de daling van print langzaam stopt, na de enorme val van de afgelopen jaren
- Tegelijkertijd wordt er natuurlijk op allerlei manieren in digitaal geïnvesteerd
- Hearst (inmiddels met 15 merken een grote speler) creëerde het eerste personality tijdschrift rondom een Youtuber:
- De Dylan, met Youtube-ster Dylan Haegens, die goed is voor miljoenen volgers
- En Hearst investeert ook fors, in een nieuw pand in Amsterdam o.a.
- Quest werd Mercur Magazinemerk van het Jaar; de belangrijkste tijdschriftenprijs van Nederland
- En Sanoma, TMG en de Persgroep startten de gemeenschappelijke datadienst NLProfiel
Ik ga nog even verder over de afgelopen periode:
- Per 1 januari is de BTW voor digitaal omhoog gegaan
- De aangekondigde BTW–verlaging voor digitaal nieuws laat helaas nog even op zich wachten
- Het aantal voorlichters op de ministeries (pardon communicatiemedewerkers) groeide sinds het kabinet Rutte II met tien procent van 633 naar 703 fte, rekende RTL Nieuws uit
- 703 fte aan voorlichters….
- De NOS en de regionale omroepen kruipen digitaal en journalistiek verder naar elkaar toe
- En Minister Slob schreef de Kamer nog maar eens dat hij een brede publieke omroep voorstaat
- En zeker niet onbelangrijk op wat langere termijn: Aan de tafels van minister Slob zoekt de journalistiek ondertussen (dus publiek en privaat samen) naar manieren om jarenlange tegenstellingen te overbruggen.
Heel vlot gaat dat misschien niet, maar het is wel een beweging die een jaar geleden nog voor onmogelijk werd gehouden.
Over een week of twee is er trouwens een nieuw samenzijn.
Ik hoop dat het dan echt concrete resultaten oplevert, want dit is natuurlijk een majeure ontwikkeling, waar de journalistiek als geheel beter uit zou moeten komen.
Wat de journalistiek op langere termijn ook nodig heeft.
Niet voor zichzelf of voor een verdienmodel, maar voor ons publiek, voor de samenleving in den brede, dat kranten en tijdschriften leest, tv kijkt, radio luistert en zich steeds meer richt op alles wat de digitale wereld biedt om geïnformeerd te zijn.
De opvallendste ontwikkeling in journalistiek Nederland, het afgelopen jaar, is natuurlijk John de Mol, die stap voor stap aan zijn mediabedrijf Talpa Network bouwt.
Het is onmiskenbaar dat hier een nieuw media merk en journalistiek merk ontstaat, op radio, tv, online, social en print.
De Mol wil de strijd aankunnen met Google, Facebook, Netflix en Amazon.
(De giganten die onze advertentiemarkt afromen.)
Juist daarom wil De Mol met een eigen nieuwsplatform komen.
De overname van onze gastheer, het ANP, past daar natuurlijk ook in.
Buitengewoon belangwekkend om te volgen:
- Is dit HET model van de toekomst?
- Wat gebeurt er met de bestaande verhoudingen als er een grote journalistieke speler bij komt?
- Ontstaat er een strijd op leven en dood tussen de commerciële partijen?
- Is het vooral een strijd op het landelijk toneel, of raken deze ontwikkelingen ook de regionale media?
- En hoe gaan de publieke media-organisaties reageren op de nieuwe verhoudingen?
Het is een buitengewoon intrigerende – en hoopvolle – gedachte, dat nieuws maken ook anno 2019 kennelijk nog goede businessmodellen oplevert.
In elk geval in de spreadsheets.
Het bewijs moet natuurlijk nog wel worden geleverd, want 2018 was bijvoorbeeld ook het jaar waarin opvallend genoeg grote internationale digitale publicaties zwaar onder druk kwamen.
Honderden banen gingen vorig jaar verloren bij:
- Buzz Feed
- The Huffington Post
- Yahoo News
- en Vice
De NVJ en Corner Stone kwamen ondertussen met een onderzoek waar we met zijn allen eigenlijk veel te snel aan voorbij zijn gegaan:
- Woordvoerders zien een verslechtering van het imago van journalisten, zegt dat onderzoek.
- Een conclusie die overigens door 79 procent van de ondervraagde journalisten wordt gedeeld
- Woordvoerders vinden ook dat feiten voor journalisten er steeds minder toe doen (bijna de helft is het daarmee ‘eens’ of zelfs ‘zeer eens’.)
- En een meerderheid van de ondervraagde journalisten constateert dat feiten voor het publiek steeds minder van belang zijn.
Conclusies die de werkdruk voor de gemiddelde hoofdredacteur niet verlichten, want het vraagt extra en misschien ook andere inspanningen van ons allemaal, zoals we hier zitten…
Zeker, allemaal op onze eigen manier:
Maar het imago en de positie van de journalistiek zullen de komende jaren sterk beïnvloed worden door de keuzes die we zélf elke dag maken:
- Voor snelheid of kwaliteit
- Voor het gescheiden houden of voor het vermengen van feiten en opinie
- Voor overdreven superlatieven of voor nuance en ook diversiteit
En als altijd, dus ook in 2018, de zware en onaanvaardbare prijs van het vrije woord:
- In Nederland werden we geconfronteerd met aanslagen op de journalistiek, op De Telegraaf en Panorama
- En in het buitenland de moord op de Saoedische journalist Khashoggi uiteraard
Maar het is veel meer:
- Bij aanslagen, bomexplosies en vuurgevechten zijn vorig jaar 94 journalisten en andere medewerkers van media omgekomen.
Dat zijn er 12 meer dan in 2017, meldt de Internationale Federatie van Journalisten.
Als Genootschap hebben we een jaar achter de rug, waarin we als bestuur hebben geprobeerd meer nadruk te leggen op concrete belangen van de journalistiek in het algemeen en daar ook zichtbaarder in te zijn.
De journalistiek heeft het nodig dat wij, hoofdredacteuren en daarmee de redacties, veel vaker en concreter opkomen voor de journalistiek en ons daarin ook meer naar buiten richten.
Dat speelde vooral rond het Convenant over de aanpak van bedreigingen van journalisten dat we sloten met de NVJ, politie en OM.
Actief ondersteund door minister Grapperhaus.
Inmiddels ligt er dus een concreet projectplan en is er subsidie uit allerlei potten.
Vorige week is het persbericht verspreid waar het allemaal in staat.
Als Genootschap hebben wij ook een financiële bijdrage geleverd.
We spraken ook over nepnieuws met minister Ollongren.
Vorig jaar en eind deze maand nog een keer.
N.a.v. de campagne van de overheid tegen nepnieuws, waarbij de minister gelukkig voortdurend benadrukt zich niet met de inhoud te willen bemoeien.
Ik heb niet zo heel veel van die campagne gemerkt eerlijk gezegd, maar het beter toerusten van mensen om nepnieuws te herkennen, is natuurlijk een welkome steun in de rug.
Alles wat niet uitkomt wegzetten als fakenews, erodeert de journalistiek al genoeg.
En inmiddels verzetten we ons met de hele sector tegen het Wetsvoorstel strafbaarstelling verblijf in terroristisch gebied.
Het is toch van de gekke dat je in een open democratie als journalist wordt geacht je eerst bij de overheid te melden als je naar sommige gebieden gaat.
Ons ledenaantal is trouwens redelijk stabiel, op 93.
Collega’s,
De historie leert dat ons Genootschap het regelmatig in vaagheid heeft gezocht om tegenstellingen te overbruggen.
De geest van Yasser Aarafat is altijd onder ons, zou je kunnen zeggen.
Vaagheid wordt dan een adequate oplossing voor het probleem dat het Genootschap altijd wel een beetje is blijven achtervolgen:
- Een club van zelfstandige hoofdredacteuren, die hun eigen territorium scherp bewaken, sommigen heel scherp, terwijl er ook veel gemeenschappelijke belangen zijn
Misschien is het een zwakte maar ik wil het graag zien als kracht:
- Want het illustreert juist ook onze diversiteit, pluriformiteit en verscheidenheid.
En dat zijn de kernwaarden van een gezonde journalistieke cultuur in een open democratische samenleving.
Als we in 2034 al weer 75 jaar bestaan hoop ik, dat onze opvolgers dan constateren dat hoofdredacteuren nog steeds staan voor deze kernprincipes van de journalistiek.
Maar dat ze tegelijkertijd het vermogen hebben getoond om mee te groeien met hun tijd en antwoorden hebben gevonden op de veranderingen in de wereld om hen heen.
En daar hebben we nog wel een uitdaging in deze tijd van scherpere tegenstellingen en steeds meer groepen die elkaar niet meer of slecht verstaan.
- Drie kwart van de Nederlanders meent dat meningsverschillen toenemen, signaleerde het SCP twee weken geleden.
- Zeven op de tien Nederlanders is het eens met de stelling dat internet en sociale media de tegenstellingen vergroten
- En ongeveer de helft is het eens met de stelling dat traditionele media (wij dus) dat doen
De uitslag van de provinciale verkiezingen illustreert hoe groot die tegenstellingen zijn:
Waar Forum voor Democratie
- Voor de één staat voor een oorspronkelijke en vernieuwende manier van opereren in de politiek
- voelt de ander zich diep gekwetst of is gewoon bang omdat hij of zij louter wegens de afkomst niet langer in Nederland zou horen, passen of mogen zijn
In 1968, ten tijde van de Vietnamoorlog, vroeg de toenmalige Amerikaanse president Lyndon Johnson zich vertwijfeld af hoe hij nieuwe verkiezingen zou moeten winnen met al die leugens van de pers…
Als je naar Trump kijkt en iedereen die hem kopieert, lijkt er sindsdien niet veel veranderd, maar dat is natuurlijk wel het geval.Pagina-einde
Eind vorig jaar zag ik Steve Bannon geïnterviewd worden door een scherpe en buitengewoon adequate BBC-journaliste.
Het was in Edinburgh, tijdens het jaarlijks nieuwscongres NewsXchange.
Ze deed dat adequaat, zeer geïnformeerd, confronterend, doortastend.
Zoals je verwacht, zoals het moet.
Maar toch.
Bannon keek wat schamper om zich heen en wuifde haar opsomming van de eindeloze leugens van Trump (en de inspanningen van een deel van de journalistiek om ze steeds weer aan de orde te stellen) met kleine, intuïtieve, gebaren weg.
,,Niet relevant. Lying; thats what politicians do“, verklaarde Bannon zuchtend.
Hij keerde het interview voortdurend om:
- Uit je vragen blijkt dat je nog steeds niet snapt waar het om gaat
- Het gaat om de belangen van de bleu collarworker
- En alleen dat telt
- Jullie zijn de elite, riep hij inmiddels breed gebarend
- Je bent met het verkeerde bezig!
De zaal vol journalisten werd ondertussen steeds stiller.
Onze vorige Denker des Vaderlands, René ten Bos, schreef anderhalf jaar geleden al weer in Vrij Nederland over journalistiek.
Constructive journalism was de aanleiding, maar zijn betoog raakte veel diepere journalistieke principes en werkwijzen.
- Waarheid bewijst niets, zegt hij
- Loyaliteit aan mensen is altijd veel belangrijker dan loyaliteit aan de waarheid
- Sterker nog, speuren naar die waarheid ondermijnt loyaliteit aan mensen
- De intellectueel, de expert, de waarheidszoeker heeft maling aan wat normale mensen, het ‘volk’ dus, vinden
- Waarheid betekent in het sociale verkeer helemaal niets
Tot zover Rene ten Bos.
Geen misverstanden: Ik sta hier geen pleidooi te houden voor het ten grave dragen van de journalistiek zoals we die kennen.
Zeker niet.
- Onze maatschappelijke functie is echt fundamenteel en moet dat blijven
- Onze basisprincipes, hoor en wederhoor, feiten checken, blootleggen en onthullen, onderscheid tussen feiten en meningen, zijn fundamenteel en moeten dat blijven
Maar we hebben wel de verplichting steeds weer in de spiegel te kijken en dat tegenwoordig net wat langer te doen dan gisteren en eergisteren.
Rene ten Bos concludeerde in zijn artikel:
- In een wereld die geen feiten wil, moeten journalisten partizanen zijn
- Ze moeten pakkende verhalen schrijven en goede argumenten bedenken om de maatschappelijke discussie te voeden
Collega`s, ik ga afronden.
Vorig jaar hield ik jullie voor dat wij als journalisten een open en onbevangen houding moeten nastreven.
In onze aanpak, afwegingen, in hoe we naar onszelf kijken en tegenspraak organiseren.
Dat zie ik nog steeds als een passende en noodzakelijke opdracht.
Goede journalistiek mag geëngageerd zijn, maar activisme waarin feiten worden bijgesteld aan ideologie of meningen is in mijn ogen geen goede journalistiek.
Dat is simpelweg slechte journalistiek.
Time koos 4 journalisten tot persoon van het jaar 2018.
Dat was niet zomaar, dat was omdat het nodig is dat de journalistiek wordt ondersteund daar waar het maar kan.
En van de democratie mogen we daarin steun verwachten.
Alle steun!
Het verketteren van de journalistiek hoort in elk geval niet bij een democratische samenleving.
Het is daarbij aan ons als hoofdredacteuren en vooral ook aan de komende generatie hoofdredacteuren om onze basiswaarden te koesteren, uit te dragen en te staan voor onze positie in de democratie.
En daar hoort meer dan ooit bij:
- Permanent een zelfkritische houding
- En de durf een omgeving te creëren, waarin verandering en vooral ook reflectie gedijen.
Dank jullie wel !